Wie het Westen en zichzelf wil begrijpen, moet volgens menig literatuurkenner de Odyssee lezen. Zal op een dag hetzelfde gezegd worden over De tolk van Kabul, het boek van de Canadese journalist Matthieu Aikins? In dat reisverslag gooit de reporter zijn westers paspoort weg en vertrekt undercover mee op de vlucht met zijn voormalige tolk en fixer Omar (schuilnaam). Het is 2016, Afghanistan zinkt weg in chaos en West-Europa heeft net bijna een miljoen vluchtelingen binnengelaten. Een klein wonder voor mensen als Omar, die net voor zijn trouwe en levensgevaarlijke diensten aan het Amerikaanse leger is beloond met een geweigerd visum en een excuusbriefje van twee regels.
Daarom besluiten Omar en Aikins samen de grenzen over te steken, naar Omars familie in Europa. Aikins kan dankzij zijn gegeerde paspoort die grenzen in een paar uur overvliegen in een comfortabel zeteltje, terwijl Omar er zijn leven voor moet wagen. Ze botsen op een migratiesysteem dat vorm kreeg in de jaren vi…Lees verder
Wie het Westen en zichzelf wil begrijpen, moet volgens menig literatuurkenner de Odyssee lezen. Zal op een dag hetzelfde gezegd worden over De tolk van Kabul, het boek van de Canadese journalist Matthieu Aikins? In dat reisverslag gooit de reporter zijn westers paspoort weg en vertrekt undercover mee op de vlucht met zijn voormalige tolk en fixer Omar (schuilnaam). Het is 2016, Afghanistan zinkt weg in chaos en West-Europa heeft net bijna een miljoen vluchtelingen binnengelaten. Een klein wonder voor mensen als Omar, die net voor zijn trouwe en levensgevaarlijke diensten aan het Amerikaanse leger is beloond met een geweigerd visum en een excuusbriefje van twee regels.
Daarom besluiten Omar en Aikins samen de grenzen over te steken, naar Omars familie in Europa. Aikins kan dankzij zijn gegeerde paspoort die grenzen in een paar uur overvliegen in een comfortabel zeteltje, terwijl Omar er zijn leven voor moet wagen. Ze botsen op een migratiesysteem dat vorm kreeg in de jaren vijftig en soms beter lijkt te werken voor de ngo's dan voor de gebruikers.
Dit boek is tegelijk een etnografisch onderzoek van de obstakels op de 'smokkelroute', een reisverhaal over twee vrienden en een dagboek van een bewogen jaar. Het sleept de lezer in sneltreinvaart mee, in bussen met chauffeurs die stijf staan van de amfetamines. Door de woestijn, op de vlucht voor Pakistaanse of Iraanse grenswachten. Naar volgepakte safehouses waar een stopcontact en een sigaret luxe zijn. Op de bootjes naar Griekenland en in het kamp Moria.
Genadeloos doorprikt Aikins ook de rusteloze, op exploratie beluste westerling - de Odysseus die we in ons hart allemaal hebben leren bewonderen - als de bevoorrechte enkeling die hij/zij nog steeds is. Aikins geeft toe hoe Omar aarzelt om de gevaarlijkste route te nemen voor andermans journalistieke project. Zoveel eerlijkheid is uniek in het genre. 'Ik overwoog om alleen door te gaan, tot mijn woede veranderde in schaamte. Ik dacht aan Omars vraag, “Waarom zouden we ons leven wagen?” Mijn antwoord was heel wat minder steekhoudend dan het hunne.'
Literair
Aikins kiest bewust voor literaire non-fictie: zijn Afghaanse reisgezellen zijn volwaardige personages. Soms vervaagt de grens tussen documentaire en literatuur. De schrijver kon zeker nog iets transparanter zijn over zijn onderzoek en methodes. Maar het voordeel van die aanpak is dat je echt begrijpt waarom een ambitieuze man met een oogje op een vrouw in Kaboel duizend kilometers naar Europa zou vluchten. Aikins' gezellen zijn geen 'vluchtelingen', ze zijn mensen met dimensies en ingewikkelde motieven die op een bepaald moment de grenzen over willen. Wat ze meemaken wordt niet gebruikt als goedkope miserieporno. De journalist deelt met hen dagen van twijfel en veerkracht, verveling en genot. Dat is verfrissend, en helpt het boek om dogmatische standpunten voor of tegen 'massamigratie' te overstijgen.
De tolk van Kabul deelt nog een overeenkomst met de Odyssee: beiden vertellen over hybride werelden en het belang van gedaantewissels. Net zoals Circe mensen kon omtoveren tot dieren, kunnen een rolkoffer, westers ogende jeans en voldoende zelfvertrouwen een vluchteling tot een 'reiziger' maken bij paspoortcontroles. Niets is echt wat het lijkt. Omar en zijn gezin kennen we als 'Afghanen', maar ze zijn al een generatie eerder ontheemd, en opgegroeid in vluchtelingenkampen in Iran. Wat is nog de waarde van etiketten? Hoe zien de menselijke constructies die we 'grens' noemen er eigenlijk echt uit? Dit boek is een aanrader, zeker ook voor wie graag 'reist'.
Alfabet, 368 blz., 22,99 € (e-boek 9,99 €).
Verberg tekst