Ze noemen me mier
×
Ze noemen me mier Ze noemen me mier
Nederlands
2023
Vanaf 9-11 jaar
Jonas ontdekt dat hij anders is dan de andere mieren in de kolonie. Hij gaat op avontuur met zijn beste vriendin en ontdekt wie hij echt is. Met illustraties in duotoon. Vanaf ca. 9 jaar.
Extra onderwerp
Titel Ze noemen me mier
Auteur Dita Zipfel
Illustrator Bea Davies
Vertaler Corry van Bree
Taal Nederlands, Duits
Oorspr. taal Duits
Oorspr. titel Brummps : sie nannten ihn Ameise
Uitgever Tielt: Lannoo, 2023
129 p.
ISBN 9789401488501

NBD Biblion

Bookarang (AI samenvatting)
Een avontuurlijk kinderboek over identiteit, vriendschap en anders-zijn. Jonas kan niet zo goed zien of ruiken en kan ook niet zo veel dragen als de andere mieren. Wanneer zijn hele lichaam begint te trillen, krijgt hij de diagnose: Brommeritis. Jonas wil niemand besmetten en trekt samen met zijn beste vriendin Bout de wereld in. Ze beleven avonturen en Jonas ontdekt iets over zichzelf wat hij nog niet wist: hij is geen mier, maar een mestkever. Op zachtaardige toon en met humor geschreven. Met fraaie, sfeervolle illustraties in twee kleuren. Geschikt om zelf te lezen vanaf ca. 9 jaar. Dita Zipfel (Norden, 1981) is een Duitse schrijver. Ze schrijft kinderboeken, theaterstukken en draaiboeken. In 2019 verscheen haar eerste jeugdboek 'Wie der Wahnsinn mir die Welt erklärte'. Het boek werd onderscheiden met de Duitse Jeugdliteratuurprijs, de Korbinian-Paul Maar-prijs, het Kranischsteinse Jeugdliteratuur Stipendium en de Hamburgse Aanmoedigingsprijs voor Literatuur. Haar werk werd in meerdere landen uitgegeven.

Pluizer

Ze noemen me mier
Tinne Geuens - 18 december 2024

Dit boek valt op door zijn originaliteit. Zowel het hoofdpersonage Jonas, een mestkever die tussen de mieren opgroeit, als de alwetende verteller en de illustraties spelen een cruciale rol in het verhaal. Het is ontroerend om te zien hoe Jonas, die door de andere mieren wordt buitengesloten, alles probeert om erbij te horen. De manier waarop dit thema is uitgewerkt, raakt een snaar.



Een bijzondere kracht van het boek is de combinatie van tekst en beeld. Om het verhaal volledig te begrijpen, moet de lezer goed naar de illustraties kijken. Dit maakt het voorlezen wat uitdagender, maar het verrijkt de leeservaring als geheel wanneer je het boek zelf ter hand neemt.



Toch kent het boek ook zijn complexiteit. Dit komt met name door de verteller, die regelmatig het verhaal onderbreekt met passages in de ik-vorm. Dat is een boeiend element, maar het concept blijft nogal vaag. Omdat Jonas ook vaak zijn gedachten met ons deelt, is het niet steeds vanaf het eerste moment duidelijk wie “ik” is. Het wisselende perspectief van de verteller (soms vertelt de verteller het verhaal alsof hij het al kent, andere keren lijkt hij het op dat moment waar te nemen) zorgt voor nog meer verwarring.



Desondanks blijft het boek overeind door de zorgvuldige keuze van kleuren en de sterke, emotionele en humoristische schrijfstijl. Hoewel het niet altijd even vlot leest, blijft het zeker een waardevolle en bijzondere leeservaring.