Cees Nooteboom is op zijn best wanneer hij de lezer laat meebeleven wat hij meemaakt. Op dit talent heeft hij als onverzadigbaar reiziger een hele carrière gebouwd. Eerder dan te verdrinken in lyriek of theorie, haalt Nooteboom details naar voren en zoekt hij samenhang, hoe voorlopig of dubbelzinnig die ook is. Daarom maakt het eigenlijk niet zoveel uit dat het beeld van Spanje in zijn klassieke reisboek De omweg naar Santiago (1992) een gedateerde indruk wekt. Nooteboom weet dat de oude wereld voortdurend aan het verdwijnen is. Die vorm van melancholie veronderstelt een eindeloos kijken, naar kunst, fotografie en statig afbrokkelende gebouwen. Klassieke muziek verbeeldt echter niets. Hoe je er betekenis aan kan geven blijf een open vraag.
Over het raadsel van woorden, tonen en stemmen helpt je hierbij op weg. Het is een bundeling van columns die Nooteboom in de loop van de jaren nul schreef voor de programmabrochures van het Concertgebouw in Amsterdam. Het muzikale meebeleven van Nooteboom is doordrongen van twijfel. Als hij naar de concertgangers rond hem kijkt, denkt hij: 'horen die nu hetzelfde, of toch iets heel anders?' Omdat we nog altijd met anderhalf been in de negentiende eeuw en de romantiek staan, zijn we geneigd om in klassieke (symfonische) muziek een bron van stroperige diepzinnigheid te ontdekken. We laven ons eraan in de hoop te worden wie we zijn. Misschien stellen die emoties helemaal niet zoveel voor en overstijgen ze amper het niveau van de persoonlijke soundtrack. Muziek als een collectie existentiële ringtones. Voor Nooteboom is dat therapeutische nut geen noodzaak. Hij heeft oor voor het mysterie en de wanklanken waarmee (hedendaagse) klassieke muziek ons confronteert. Bovendien scharen 'op den duur ook de avant-gardisten zich in de lange rij van de traditie'.
Gepassioneerde leek
Naast begenadigd kijker, lezer, piekeraar en wandelaar blijkt Nooteboom ook een aandachtig luisteraar. Er zijn ongetwijfeld toehoorders die uitpakken met geleerdere uitspraken, zoals wijlen Roger Scruton en zijn Understanding music. In dat boek staat muziektheorie centraal en de vraag hoe muziek een morele betekenis voor ons heeft. De Amerikaanse muziekrecensent Alex Ross beschrijft in The rest is noice. Listening to the twenthieth century dan weer de context waarin hedendaagse muziek is ontstaan. Zowel die cultuurhistorische als theoretische benadering van muziek stuit op grenzen. Niet iedereen is voldoende musicologisch onderlegd, speelt zelf een instrument of kan muziek lezen. Modale stervelingen (mezelf incluis) zijn veroordeeld tot passief luisteren. Wij zijn al blij als we een terts van een kwint kunnen onderscheiden. Voor ons is Over het raadsel van woorden, tonen en stemmen een welkom geschenk, omdat Nooteboom het standpunt van de gepassioneerde leek inneemt.
Verwacht geen hoogdravende inleiding of breedvoerige essays. Het boek bevat brutaal korte stukken. Flarden van luisterervaringen. Wat de flaptekst niet zegt, is dat je eigenlijk via Spotify mee moet luisteren met de componisten die Nooteboom aanhaalt. Dat levert genoeglijke momenten op met Bach, Anton Bruckner en Maurice Ravel, afgewisseld met de dreigende geluidsdouche van György Ligeti en de snerpende vioolorkanen van Schönbergs Verklärte Nacht. Kriskras kuierend langs autobiografische anekdotes en herinneringen aan concerten haalt Nooteboom ook iets minder populaire hedendaagse componisten aan, zoals Mauricio Kagel en zijn tegendraadse ragtimepiano of de strakke afgeknepen toonstructuren van Salvatore Sciarrino.
Voor mij persoonlijk waren de composities van Sofia Gubaidulina een ontdekking die me intussen uren sprakeloos luisteren hebben opgeleverd. Haar ijle koortsdromen passen bij een tijd waarin de Apocalyps op elke straathoek loert. Het is beklemmende muziek die je uit de tastbare werkelijkheid tilt en bij momenten zo verticaal naar boven stuwt dat je er duizelig van wordt. Het verbond van de mens met het universum moet behouden blijven om ons van de ondergang te behoeden. Dat is wat de lang geleden naar Duitsland gevluchte Gubaidulina er als Russisch-orthodox christen zelf van vindt. Een componiste met een missie. De expressieve kracht van haar muziek past amper op een podium. Het is alsof je je oor te luisteren legt op de grond en de woede van de aarde hoort.
Ex-misdienaar
Het lezen van Over het raadsel van woorden, tonen en stemmen vergt bijkomende inspanningen. Als beloning toont Nooteboom de weg naar vele stralende horizonten en af en toe een diep ravijn. Hij onthult ook verloren vergezichten die we niet meer kunnen begrijpen. De populariteit van muzikale missen, zoals die van Palestrina of Ockeghem, verbaast hem. Mensen 'horen een mis zoals ze meestal in een museum naar religieuze kunst kijken, (…) zonder te weten wat er op die voorstelling eigenlijk gebeurt. Dan blijft er natuurlijk nog wel een schoonheidsbeleving over (…), maar iets anders is er onherroepelijk verdwenen, een vorm van weten waardoor de belevenis verhevigd wordt'. Meer nog, de ongelovige ex-misdienaar Nooteboom heeft een zwak bewaard voor de Tridentijnse ritus (de oude mis in het Latijn). Die mijmering past bij 'de nostalgie van alles wat tijdens je leven verdwijnt zonder dat je er iets voor in de plaats krijgt'.
'Nieuwsgierigheid en haar echo's, daaruit bestaat de helft van mijn leven', schrijft Nooteboom in een column over het vermeende nationalisme van Nikolaj Rimski-Korsakov. Weemoed is dus voor Nooteboom bijna een methode om beter te begrijpen hoe de wereld er vandaag uitziet. Ik herinner me een vergelijkbaar beeld uit zijn toespraak bij het ontvangen van de Prijs der Nederlandse Letteren in 2009. Mensen horen klokken luiden om twaalf uur 's middags en zes uur 's avonds, zegt Nooteboom, maar weten niet meer dat 'het angelus' wordt geluid - het moment dat de engel aan Maria vertelt dat ze de moeder wordt. De combinatie van onttovering en commercialisering zorgt voor een 'verschraling en verpaupering onder een baldakijn van goud, en tegelijkertijd een verambtelijking van de kunst die haar essentie verkankert'. Een groot deel van de essays en reportages van Nooteboom behandelen de consequenties van die ontwikkeling, zoals de verzamelbundel Wat het oog je vertelt. Kijken als avontuur (2016) toont. Zijn inzichten over klassieke muziek sluiten hier naadloos bij aan. Het enige minpunt is dat Nooteboom er niet veel meer over heeft geschreven.
Koppernik, 120 blz., 21,50 €.
Verberg tekst